Testangst of faalangst vormt een fundamentele uitdaging voor het onderwijs, omdat het niet alleen geassocieerd wordt met een lager welzijn maar ook met minder goede schoolprestaties en een verhoogde kans op vroegtijdige schooluitval. Daarom is het belangrijk om te achterhalen welke factoren testangst kunnen uitlokken.

Op basis van de Zelf-Determinatie Theorie onderzoekt deze studie hoe de testangst van leerlingen in het secundair onderwijs fluctueert doorheen het semester en of fluctuaties in de behoeften aan autonomie en competentie van de leerlingen gerelateerd is aan de testangst.

In totaal vulden 253 leerlingen uit het secundair onderwijs een vragenlijst in op drie verschillende momenten gedurende het tweede semester. Bij elk meetmoment werden zowel de gevoelens van autonomie en competentie van de leerlingen in de klas als hun testangst bevraagd. Elke leerling vulde dezelfde twee testangstschalen in bij elke meetmoment, waarbij één schaal consistent bij alle leerlingen werd afgenomen en de andere twee schalen willekeurig werden toegewezen tussen klassen.

De multilevel analyses toonden aan dat leerlingen een hogere testangst rapporteren in weken waarin hun behoefte aan competentie meer gefrustreerd was en wanneer ze meer toetsen moesten afleggen. Deze associatie was robuust over de drie verschillende testangstschalen heen en na het controleren voor belangrijke antecedenten van testangst zoals geslacht en eerdere schoolprestaties.

Deze bevindingen suggereren dat competentiefrustratie een belangrijk onderliggend mechanisme van testangst is waar leerkrachten en scholen aandacht moeten aan besteden bij het ontwerpen en implementeren van interventies om testangst te verminderen.

Lees meer.